Mijn tweede land: Laos :)

30 januari 2016 - Siem Reap, Cambodja

Woord van de Auteur

Het is genant hoe lang het heeft geduurd voor mijn tweede blog, haha een volle twee maanden om precies te zijn. For my defence: het waren twee roerige maanden. Op dit moment zit ik in een super luxe hostel (met computers!!) in Siem Reap en morgen ga ik naar de Angkor Wat tempels. Deze blog gaat over mijn tijd in Laos. Totaal hier zo’n 5 weken gezeten. Het is  weer een lekker lang verhaal geworden, ik ben niet zozeer kort van stof. Vandaar weer een samenvatting en een niet-samenvatting. Geniet ervan. Mijn excuses voor de lengte.

Een samenvatting – voor mensen met haast

De vorige blog eindigde dat ik bij de grenstad Chiang Khong in Noord- Thailand verbleef. Hier heb ik een dagje gezeten en ben ik vervolgens alleen Laos in gereisd. Alleen een grens oversteken is niet het meest chille om te doen, maar gelukkig ging alles goed J In HuayXuay ben ik weer herenigd met Nienke (Nederlandse, ontmoet in het vliegtuig). Een nachtje in de stad bijgeslapen en toen met de slowboat naar Luang Prabang afgereisd. De slowboat was super leuk om mee te maken, twee volle dagen deinend op de mekong rivier met een hele bups toeristen die op elkaar geplet zitten. Één groot feest. Luang Prabang is een UNESCO heritage stad, één en al mooiheid en prachtheid. Hier samen met Nienke enkele dagen rondgehuppeld. Daarna samen met Nienke naar partydorp VangVieng afgereisd. Dit dorpje, naast dat het super mooi tussen de berg ligt, heeft het eigenlijk niks anders dan toeristische dingen (grotten bekijken, kayaken, tuben, whiskey drinken, partyen, veeel partyen). Na een aantal partydagen in VangVieng alleen doorgereisd naar Vientiane, de hoofdstad van Laos (nienke had me verlaten om naar Cambodja door te reizen, huillie). Met Nick en Natasha heb ik Vientiane onveilig gemaakt. Vientiane is voor een hoofdstad niet erg groot en in drie dagen ken je de stad helemaal uit je hoofd. Nick en ik hebben op onze laatste dag nog een stukje ‘national day’ mee gemaakt. Dit was bizar vet. Laos was 40 jaar vrij en ze vierden dit mega groot. Het was één groot communistisch feestje.

Na alle hectiek in Vientiane hebben Nick en ik het toeristisch Noorden achter ons gelaten en zijn we naar het zuiden afgereisd, naar het dorpje Thakek. Thakek staat bekend om de ‘thakek loop’, een 4-daagse scooter tocht van zo’n 600 km. Een bloedmooie scooter tocht, door de jungle, door kleine dorpjes en in de  bergen. Beste ervaring ooit. Na de thakek loop van 4 dagen eidigde we weer in Thakek en ben ik hier nog even gebleven en ben vervolgens met twee meiden (NL en Zweeds) naar het zuiderlijke Pakse afgereisd. In Pakse kreeg ik het slechte nieuws van het thuisfront: Mijn lieve opa was ernstig ziek  en het was zeker dat hij niet meer beter ging worden. Ik heb daarom besloten om naar Nederland terug te reizen. Het was nog een vrij pittige terugreis, eerst met een nachtbus van 14 uur, die midden in de nacht 3 uur stil stond, waardoor ik bijna mijn vlucht miste. Uiteindelijk na 47 uur reizen weer terug in Heteren en hier afscheid kunnen nemen.

Totaal ben ik 3 weken in Nederland geweest. Ik ben heel blij&dankbaar dat ik terug ben gekomen. Kerst heb ik met mijn familie gevierd en oud&nieuw was ik in Amsterdam bij m’n zusje.  2 januari zat ik weer in het vliegtuig, eerst naar Bangkok en daarna gelijk door naar Vientiane (hoofdstad Laos). Terug in Laos, dat was echt gek. Roos (van mijn dispuut) zat op dit moment ook in Vientiane en we hebben 2 dagen samen gechilld in de stad en bijgekletst. Het was heel fijn om even samen met Roos te zijn. Hierna ben ik terug gegaan naar het zuiden, daar waar ik geëindigd was vóórdat ik terug ging naar Nederland. Samen met een jongen die ik in mijn hostel had ontmoet ben ik liftend naar het zuiden vertrokken, van Vientiane naar de 4000 islands. Een afstand van zo’n 900 km. Liften in Laos is ontzettend makkelijk en mega leuk! We hebben er zo’n twee dagen over gedaan. Ik  heb enkele dagen in het paradijselijke Don Det  door gebracht (1 van de 4000 eilanden) en ben op 11 januari Cambodja in gereisd. Doeg Laos!

Een lange versie – voor mensen die beduidend minder haast hebben

Laos begon voor mij met de slowboat. De slowboat vaart vanaf de grensstad naar Luang Prabang, over de mekong rivier. Twee volle dagen deinenend op de rivier. De slowboat bevat allemaal bij elkaar geraapte stoelen (van treinstoelen, tot vliegtuig en bioscoopachtige stoelen) en de boot wordt helemaal vol gestouwd met toeristen. De tocht gaat langs allemaal mini dorpjes, midden in de jungle en je ziet kinderen in de rivier spelen. Super cute om te zien.  Na twee dagen varen kwamen we aan in Luang Prabang.Luang Prabang was ronduitgenieten. Het weer was prachtig, de stad is bloedstollend mooi en er is veel te doen. Allereerst de Kuang Si watervallen. Deze watervallen bevinden zich zo’n 30 km buiten de stad en bestaat uit één grote waterval en een heleboel kleinere watervallen. Deze plek is erg populair onder de toeristen , omdat het water er ontzettend blauw is door het kalk van de rotsen. De gemiddelde huis-, tuin- en keukenbackpacker neemt een tuktuk voor een paar euro om de watervallen te kunnen zien. Nienke en ik hadden echter net  twee volle dagen op de slowboat gezeten en we waren het zitten een beetje zat,  dus we hadden het slimme plan om een fiets te huren om ‘gezellig naar de watervallen te fietsen’, omdat het ‘zo gezond is’. We waren hierbij eventjes vergeten dat deze stadsfietsen nogal crappy waren (lees: de ketting viel er steeds vanaf, geen versnellingen), dat de weg vrij slecht was en dat een groot gedeelte van de weg bergopwaarts ging. De fietstocht naar Kuang Si duurde dus vrij lang en ging nogal traag en was mega vermoeiend. Onderweg kwamen er de gehele tijd  tuktuks langs sjeesen volgeladen met backpackers, maar verder was de weg voor onszelf. Tijdens de fietstocht zijn we nog bij een soort karaoke tentje in een minidorpje, de mensen van de bar vonden het enorm grappig dat we fietsend naar de watervallen gingen, ze vonden ons een beetje achtelijk volgens mij. We kwamen pas na ongeveer 4 uur fietsen aan bij de watervallen. Helemaal uitgeput, bezweet en buiten adem, maar helemaal happy dat we het hadden volgehouden. Kuang Si was prachtig en we hebben uren in het water gedobberd. Voorde terug weg hadden we totaal geen energie meer om terug te fietsen, dus we hebben een tuktukchauffeur gevraagd of onze fietsen op het dak gebonden mochten worden en we zijn vervolgens met tuktuk terug gereisd. We hadden onze workout voor die dag wel gehad, al vonden we zelf.

In Luang Prabang was er een café genaamd Utopia, het duurde twee dagen voordat we het café hadden ontdekt (schaam schaam). Zo’n beetje alle toeristen zitten hier ’s avonds te chillen.  Helaas is er in Laos een Curfew, wat inhoudt dat alle barren en cafés rond half 12 dicht gaan, belachelijk vroeg dus. En zo ook Utopia. Maaaaaaar gelukkig hadden ze hier in Luang Prabang een oplossing voor gevonden: midnight bowling. Nadat de lampen om half 12 aan gingen in Utopia en de muziek werd uitgezet  en iedereen naar buiten werd gestuurd, stonden de tuktuks buiten te wachten om je enkele kilometers buiten de stad af te zetten om te gaan bowlen. Ja echt, bowlen. Een gigantische  bowlinghal, tl verlichting en zo’n 15  bowlingbanen en tientallen dronken toeristen die proberen een strike te gooien om zo andere toeristen te imponeneren. En dit ging urenlang door. Geen muziek of andere vormen van entertainment. Alleen tl verlichting, bier en een bowlingbaan&bal waren nodig om iedereen te vermaken.  Vanuit een antropologisch oogpunt was het erg boeiend om dit alles te aanschouwen,vooral omdat ik nuchter was, en heel veel mensen duidelijk niet.

Na Luang Prabang namen Nienke en ik een mini-van over de bergen naar Vang Vieng, een party dorp, een stukje zuiderlijker. Hier belande Nienke en ik in een partyhostel met gratis handdoeken, gratis ontbijt en gratis whiskey. Voor velen dus een hostel-walhalla. Vang Vieng heeft een club genaamd Sakura, met foute pop muziek en zuid-Koreanen, die HELEMAAL loos gaan op de muziek. Koreanen observeren was mijn meest geliefde bezigheid in deze club. Geloof het of niet, dit vond ik nóg leuker dan zelf  dansen op de muziek. Een ander geliefde bezigheid was het maken van selfies met de meest hilarisch uitziende Koreanen. Ik heb een mooie collectie bij elkaar gekregen, al zeg ik het zelf. In Sakura bar krijg je bij twee shotjes een gratis t-shirt. Dit t-shirt was een must-have en had de quote ‘drink triple, see double, act single’ op de achterkant. Ik ben nu ook de trotse eigenaar van zo’n shirt. In Vang Vieng heb ik een aantal dagen gepartyed en veel afleveringen friends gekeken in 1 van de vele friends cafés. Jaja, dat lees je goed, een friends café. In deze cafés spelen ze de hele dag de serie friends af, terwijl je zelf in een soort loungeplek kan zitten en kan genieten van een fruitshake. Een klein stukje hemel op aarde.  Verder heb ik de beroemde ‘blue lagoon’ gezien, ben ik in grotten geweest, ben ik wezen tuben en heb ik de stad verkend met de fiets.

Helaas nam Nienke na twee dagen afscheid en bleef ik alleen achter, maar gelukkig ontmoette ik dezelfde avond Nick (een Ier)  en Natasha (een Canadese), met wie ik enkele dagen heb gereisd. Na VangVieng was het tijd voor de hoofdstad Vientiane, deze stad heeft eigenlijk niet veel te bieden, behalve een buddha park, een gouden koepel en het meest bijzondere was het COPE centrum. Een museum die gaat over de vele bombardementen die hebben plaats gevonden in Laos tijdens de Vietnam oorlog (Laos is de meest gebombardeerde land ter wereld) en in dit centrum kun je hier alles over lezen. Er zijn nog steeds een heleboel on-ontplofte bommen in het land en jaarlijks sterven er nog steeds mensen (vooral kinderen) in dit land omdat ze per ongeluk een bom aanraken. Vientiane hebben we enkel dagen verkent en de laatste dag hebben we nog national day meegemaakt. Dit was echt bizar om te aanschouwen. Onze bus naar Thakek zou 9 am vertrekken op de dag van national day. Maar volgens de hostel eigenaar begon national day al om 5am. Dus Nick en ik hadden de wekker vroeg gezet en zijn de stad in gegaan. De straten stonden vol met locals, honderduizenden mensen, vaak compleet in kostuum en met een communistische vlag in hun handen, stonden ze te wachten voor de grote parade. Later begon de parade en liepen duizenden militairen al marcherend door de straten. Geheel bewapend. Ik gedroeg me extra netjes. Nick en ik waren de enige blanken op straat (en we zijn beide lang en blond), dus iedereen staarde ons aan en begon ons na te kijken. Kennelijk zijn ze geen blanken gewend om 6 uur ’s ochtends op national day. Heel vet om mee te maken, helaas ging onze bus al vroeg die dag en was het tijd voor onze volgende bestemming: thakek.

In Thakek kom je voor één ding en dat is de thakek loop, een scooter tocht van zo’n 600 km. Het concept van de ‘Loop’ was erg makkelijk. Men neme een scooter, een reisbuddy (of reisbuddys) en een dagtasje met wat kleren voor meerdere dagen. En dan ben je al klaar. Een kaart is niet nodig, want er is maar één weg in dit stukje van Laos, dus verdwalen is uitzonderlijk moeilijk. De Thakek loop begint, heel verassend, in de stad Thakek. In Thakek huurden we onze scooters bij Mister Ku. Mister Ku was een held, om meerder redenen, maar vooral omdat hij ons spliksplinter nieuwe semi-automatische scooters verhuurde. Semi-automatisch houdt in dat je zelf moet schakelen en en de motor moet starten met een kickstart. Ik voelde me erg volwassen. Mijn scooter en ik hadden gelijk een klik (ik noemde hem Henri), maar ik moest wel even wennen, de remmen van deze scooter zaten anders dan bij de scooters die ik gewend was in Thailand. In plaats van remmen door middel van een handrem aan de linkerkant, moest ik nu remmen met mijn rechtervoet. De eerste dag rijden was doodeng, want mijn reflexen om te remmen waren helemaal in de war. Mijn mantra de eerste dag was dan ook: ‘remmen met rechtervoet, NIET linkerhand’. Ik heb dit autisch vaak tegen mezelf gezegd. Gelukkig ging alles goed, dat was prettig.

De thakek loop was prachtig en een absoluut hoogtepunt van mijn reis. De tocht gaat door de bergen, door de jungle en door een heleboel minidorpjes.  De loop duurt 4 dagen en in die tijd heb ik ongeveer 650 km afgelegd. Hier en daar stopten we in een dorpje om met de kinderen te spelen of wat te drinken&mensen te kijken. In dit stukje van Laos komen niet veel toeristen, dus de kinderen zijn super excited om je te zien en eigenlijk ben je non-stop aan het high-fiven met de kleintjes. Één groot feest. Onderweg kwamen we nog langs verschillende grotten en meren en zijn we nog gestopt bij een cold-water spring om te gaan zwemmen in ijskoud water.De weg tijdens de loop is vaak niet erg goed, met vele gaten in de wegen en hele stukken zijn niet geasfalteerd, maar verandert opeens in een zandweg vol met stenen. De kwaliteit van de weg raak je gelukkig snel aangewend en is verder niet echt gevaarlijk. Echter de dieren (met name de honden) die overal in de dorpen en op straat lopen zijn een ander verhaal. Tijdens het rijden kwam ik twee soorten honden tegen. De niet-suïcidale honden en de suïcidale honden. De eerste groep honden zijn prima om tegen te komen op de weg. Ze lopen aan de zijkant van de weg en kijken naar je terwijl je langs ze rijdt. Hier en daar blaft er nog eens eentje, maar daar blijft het bij. De suïcidale honden, echter, voeren hun leven op een andere manier uit. Deze honden staan aan de zijkant van de weg, kijken je aan terwijl je langs rijd en terwijl je denkt dat de hond gewoon gezellig staat te kijken, steken ze opeens de weg over. Precíes op het moment dat je langs rijd. Over erger, ze rennen opeens de straat op en gaan tegen je scooter aan rennen. Terwijl je 60 km/uur over de weg sjeejst en volop moet remmen. Vrij gevaarlijk. Elke keer wanneer ik een hond langs de kant van de weg zag staan, was de grote vraag:  is deze hond levensmoe ja of nee. Maar niet alleen honden liepen op straat, nee, ook kippen, geiten en zwijnen en koeien maakte de weg onveilig. Ook koeien kon je onverdelen, dit keer in drie categorieën: suïcidale koeien, de niet-suïcidale koeien en de semi- suïcidale koeien. Ook de suïcidale koeien steken onverwachts de weg over terwijl je aankomt rijden. De semi-suïcidale koeien doen het net iets anders: ze lopen rustig de weg op en blijven midden op de straat staan en kijken je indringend aan terwijl je met de scooter langs rijdt. Soms een stapje naar voren of naar achter, maar verder blijven ze stug staan. Tijdens de loop kwamen we langs de Conglor Cave (een grot die 7,5 km lang is), één van de grootste grotten ter wereld. Je gaat deze grot in gewapend met een houten minimotor-bootje, een gids, een reddingsvest (eigenlijk bedoeld voor de chinezen die niet kunnen zwemmen) en een enorme hoofdlamp op je hoofd. De tocht in de berg  was magisch. Soms was de grot gigantisch hoog en breed en kon je de muren niet zien en soms was het opeens heel small. Echt heel vet. De boottocht gaat de volle 7,5 km door de berg naar de andere kant van de berg en vervolgens weer terug.

Na de loop ben ik verder naar het zuiden afgereisd, naar de stad Pakse. Hier met twee meisjes (Nederlands en Zweeds) een  dag rond gereden op de scooter in de omgeving. Langs enkele koffie plantages en naar twee gigantische watervallen. Dit gebiedt van Laos is bekend om de koffie plantages. Tijdens het rijden zagen we onverwachts een bord van een koffie onderzoeksinstituut en we besloten om hier naar toe te rijden. Eerst was er niemand bij het instituut en liepen we wat rond op het terrein, maar later kwam er een medewerker langs lopen, die het maar wat prachtig vond dat we er waren en die ons een rondleiding gaf op het het terrein en ons álles vertelde over de koffieboon. Ik weet nu uitzonderlijk veel over de koffieboon. Waar reizen al niet handig voor is.

Helaas kwam rond deze tijd (lees: 10 dec) het slechte nieuws, mijn lieve opa was erg ziek en zou niet meer beter worden. Ik zat erg te twijfelen wat ik moest doen. De situatie  in Nederland was nog wat onzeker, maar uiteindelijk na een nachtje slapen besloten om terug naar Nederland te reizen. Daarna ging het allemaal heel snel: op het moment dat het ochtend was in Nederland, belde ik mijn verzekering en twee uur later zat ik achterop een scooter bij een innieminnie klein mannetje, al scheurend door de stad naar de busstation. Met mijn backpack achterop. Toen in een nachtbus vol locals. Dit was vrij hilarisch, want iedereen moest 2 aan 2 in een bedje van ongeveer 90 cm bij 165 cm liggen. Voor de locals was dit geen probleem, ze zijn allemaal vrij klein, maar ik was te lang voor het bedje, dus heb ruim 14 uur moeten spoonen met een meisje die ik niet kende. De uiteindelijk tocht naar huis was bijna 48 uur en vrij vermoeiend, maar het was heel fijn om thuis bij m’n familie te zijn en om opa te zien& afscheid te nemen. Kerst en oud&nieuw was ik in Nederland. Drie weken ben ik totaal thuis geweest en daarna ben ik weer terug gevlogen naar Vientiane.

In Vientiane gelijk naar mijn hostel gegaan en daar was Roos (van mijn dispuut uit Wageningen). Roos en ik hebben samen twee dagen in Vientiane door gebracht en niet veel meer gedaan dan eten, kletsen, chillen bij het zwembad, nog meer kletsen, over de nightmarket lopen, kletsen en eten. Heel prettig. Helaas scheidde onze wegen daarna weer, want Roos ging de Thakek Loop doen en ik wilde het laatste stukje van Laos zien: de 4000 islands. De afstand van Vientiane naar de 4000 islands is ongeveer 900 km en ik besloot dit samen met een Canadese jongen te gaan liften. Ik had hem ontmoet in mijn hostel en hij vertelde me dat liften super leuk&makkelijk is in Laos. Al liftend zijn we in ruim 2 dagen bij de eilanden terecht gekomen. Liften was inderdaad mega makkelijk. Het langste dat we moesten wachten op een lift was ongeveer 30 minuten en iedereen was mega aardig, probeerde met ons te communiceren (al dan niet met handen en voeten) en gaf ons eten en water. Als de locals in de auto echt totáál geen Engels konden spreken, zaten ze gewoon alleen maar naar je te lachen en naar je te staren. In Laos zijn er relatief veel pick-up trucks en twee keer hebben we achterin de bak van een truck gezeten en dat was fantastisch. Gezicht in de zon, lekker windje en langs dorpjes rijden en naar de kinderen zwaaien. Op de eerste dag hadden we een lift tot later in de avond, we hebben toen ruim 3 uur achterin de achterbak  gezeten, onder de sterren hemel, die heel helder was omdat we in the middle of nowhere zaten.

Na ruim 2 dagen waren we bij de 4000 islands, hier wordt de Mekong rivier gesplitst op zoveel plekken dat er oneindig veel eilanden onstaan. 4000 om precies te zijn, maar dat had je misschien al door. Een eiland wordt meegeteld als eiland als je er minstens 5 stappen op kunt zetten. Don Det is het populairste van alle eilanden en is ook het meest toeristisch. Veel bungalows, eetplekken, eettentjes waar de hele dag films worden gedraaid, een eettentje waar de hele dag friends wordt gedraaid (mijn absolute favoriet) en ga zo maar door. Dit eiland barst van het hippie-gespuis. Toeristen met dreadlocks die de hele dag wiet roken en happy shakes drinken. De grootste activiteiten hier op het eiland zijn dan ook: tuben op de mekong rivier (al dan niet met bier en/of wiet), kayaken (al dan niet met bier en/of wiet),  rondfietsen over het eiland (al dan niet met bier en/of wiet), en in je hangmat hangen en naar de zonsopgang en zonsondergang kijken (en je raad het al: al dan niet met bier en/of wiet). Hier heb ik enkele dagen gehangen,  het was een vrij lamlendige bedoeling, maar het was wel een chille plek en heb hier leuke mensen ontmoet. Eeeeeeeeeen Roos kwam ook naar het eiland, dus heb op haar gewacht en de dag door gebracht met kletsen, roddelen, eten, friends kijken en in onze hangmat hangen. Zwaar leven hadden we. Toen was het klaar met mijn Laos avontuur. Uiteindelijk hier totaal bijna 5 weken doorgebracht en ging ik op 11 januari naar de grens.  Ik was helemaal klaar voor Cambodja en heb toen Laos achter me gelaten......

Dankvoor het lezen van mijn stuk. Maar echt. Ik heb zwaar respect voor je als je dit allemaal  helemaal hebt gelezen, het is weer een boekwerk geworden. Maar toch, heel erg bedankt, ik vind je lief en tot de volgende blog, die gaat over Cambodja. Liefde vanuit Asia!! XX

Foto’s